15 december 2020, Marc Verhage

BIM’t eer ge begint, maar bezint eer ge BIM’t…

We hebben het goed voor elkaar in Nederland. We hebben uitgebreid nagedacht over alles wat er nodig is om te BIM’en. Er zijn organisaties die zich bezig houden met het promoten van en informeren over BIM, zoals de BIR en het BIM loket. We hebben kennisinstituten die zich bezig houden met standaarden om informatie vast te leggen, te coderen, uit te wisselen en op te slaan. We hebben met elkaar afgesproken met welke standaarden we in Nederland gaan werken, zoals de NL/SfB, de basis ILS en IFC.

We hebben woordenboeken om ervoor te zorgen dat we elkaar begrijpen zoals CBNL en BSDD. Protocollen, kenniskaarten, BIM-organisatiebeschrijvingen en zelfs initiatieven vanuit de overheid en brancheorganisaties zien het levenslicht. Op hoog niveau wordt getracht om tot afspraken te komen in een digitaal stelsel. Allemaal prima zaken, waardoor er een stevige basis ligt onder BIM’end Nederland.

Oneindige baten

Over de baten hebben we met elkaar wel goede ideeën. Wanneer je een bouwproject volledig in BIM voorbereid dan worden faalkosten gereduceerd. Percentages tot wel 30% worden genoemd. Sommige bouwwerken kunnen alleen maar gerealiseerd worden wanneer er geBIM’t wordt. Omdat ze bouwkundig zeer ingewikkeld zijn, of omdat de logistiek anders niet te plannen is. Met zogenaamde Digital Twins kunnen gebouwbesturingssystemen worden aangestuurd. Prefab, 3D printen, machinesturing, VR, AR … allerlei technologische oplossingen kunnen gekoppeld worden aan BIM Modellen. Exploitatie, beheer en onderhoud, restauratie en renovatie worden ondersteund door as-built modellen. En niet te vergeten Circulair bouwen. Het gebouw als magazijn voor grondstoffen.

Het materiaalpaspoort van het Madaster wordt gekoppeld aan modellen, zodat duidelijk is wat er waar in een bouwwerk zit en waarom. En tot slot, het gebouw als big-data bron. Gebouwen vol sensoren, gekoppeld aan een model, zodat exact bekend is hoe een gebouw wordt gebruikt wat relevante informatie voor diverse toepassingen oplevert. Gekoppeld aan blockchain wordt ook exploitatie, verhuur en verkoop gefaciliteerd. Kortom, the sky is the limit met BIM.

Maar…

Helaas is de praktijk weerbarstiger dan de theorie. Aan bovenstaande zaken heb ik afgelopen ruim vijf jaar mee mogen denken en werken. Ook ik ben enthousiast geworden over de mogelijkheden die andere samenwerkingsvormen, samenwerkingsprocessen en informatiemanagement ondersteund door nieuwe technologieën, bieden. Ook ik heb over de potentie van BIM gesproken en doe dat nog steeds. Ik geloof er in. Ik ben van mening dat als we niet heel snel in Nederland overgaan op een compleet andere manier van bouwen, we voorbij gestreefd worden door andere landen waar de adoptie al veel verder is (India, China,…) of distruptors waarvan je het eigenlijk niet verwacht maar waarvan iedereen inmiddels wel al weet dat dit eraan zit te komen (Google, Amazon, IKEA…). 

En toch zijn de echte geslaagde BIM projecten op de vingers van een paar handen te tellen. Ja, er wordt zeker volop geBIM’t in Nederland. Je kunt er nu al bijna niet meer omheen. Maar de potentie wordt niet benut doordat het BIM’en nog niet in de genen zit van de bouwsector. In onze dagelijkse praktijk zien we veel projecten waar geBIM’t wordt “omdat het moet”. Het moet van de opdrachtgever, van de hoofdaannemer of van de directie. In dit soort projecten wordt iedereen ongelukkig. De projectmanager omdat hij er eigenlijk niets van begrijpt en enkel de kosten ziet oplopen in zijn project, terwijl hij juist wordt afgerekend wordt op winst. De werkvoorbereider omdat hij het liefst platte tekeningen heeft. De ontwerpleider omdat hij “geen voortgang” ziet vanuit de modelleurs. En uiteindelijk ook de modelleur omdat hij de zwarte piet krijgt toegespeeld voor alle fouten, vertragingen en kostenoverschrijdingen die op het project ontstaan.

De meest gestelde vraag aan onze BIM coördinatoren is: “kun je er ook een pdf van maken?”. De meest gehoorde klacht: “het wordt veel te duur”. En dat laatste klopt. Wanneer BIM niet wordt ingezet zoals het zou moeten en waardoor ten volle geprofiteerd kan worden van de theoretische baten, kost het alleen maar meer. Bovendien vallen de baten vaak bij andere afdelingen of partijen. De kosten en baten liggen vaak dus niet bij dezelfde entiteit. Ook wordt vaak niet nagedacht waarom er geBIM’t wordt. Wat er mee bereikt moet worden. En dus wordt er oneindig veel details en informatie in het model gestopt. De LOD’s vliegen dan in de rondte, maar waarom wat tot op een bepaald detail niveau moet worden uitgewerkt is onbekend. Ook worden ontwerp, engineering, BIM en realisatie vaak parallel aan elkaar gedaan, waardoor er wijziging op wijziging komt, die telkens opnieuw gemodelleerd moet worden. Of omdat het model gisteren klaar moest zijn omdat er vandaag al gebouwd wordt, worden modellen afgeraffeld en niet gecontroleerd, met alle ellende van dien. Kortom, er wordt wat aangemodderd in de praktijk. (alle goede voorbeelden uitgezonderd uiteraard, want die zijn er wel degelijk).

Conclusies uit de praktijk

1. Het businessmodel staat het succes van BIM in de weg. Kosten en baten liggen bij andere partijen

2. Men heeft geen visie op het gebruik van BIM en doet maar wat, waardoor de potentie van BIM niet benut wordt en er enkel teleurstellingen zijn.

3. Projecten/projectleiders worden verkeerd “afgerekend”. Beoordeling en beloning achterhaald.

4. We hebben last van:
• Een 7000 jaar oude cultuur. “We doen het altijd al zo…”
• Generatiekloof
• Wet van de remmende voorsprong

5. Het gaat weer te goed in de markt, waardoor een niet-BIM project de voorkeur heeft.

Wie gaat dit oplossen en hoe?

Tijdens een ronde tafel discussie op het congres “gamechangers in de bouw- en infra” van het Bouwgenootschap stelde ik deze vraag ook. Vele ideeën kwamen aan de orde. Maar datgene wat er uitsprong was eigenlijk heel simpel: er moet bewijs komen. En dan niet in de vorm van mooie geweldige gebouwen. Maar een vergelijkbare businesscase waaruit blijkt wat de financiële kosten en baten zijn. En dan bij voorkeur afgezet tegen een zelfde case die zonder BIM is uitgewerkt. Ofwel: neem een project en werk die van kop tot staart op twee manieren helemaal uit

en reken alles door. En wie zal dat betalen? Wellicht dat juist hier door instanties als BIM loket en BIR in geïnvesteerd moet worden. Wanneer dit bewijs er is zullen vele “ongelovigen” overtuigd raken. Tenslotte is “eerst zien dan geloven” voor velen in onze sector nog steeds het adagium.

Daarnaast moet er meer aandacht komen voor de cultuur en processen i.p.v. enkel voor techniek en standaards.

Tot slot geldt voor een ieder die besluit toch iets met BIM te doen. Al dan niet (nood)gedwongen: “Bezint eer ge BIM’t”. Ofwel: denk na wat je wil bereiken. Waarom ga je BIM’en. Welk detail niveau hoort daarbij en hoeveel ben je bereid te investeren. Wat zijn de KPI’s die je gaat volgen en wanneer en hoe stuur je bij? Wat heb je nodig aan rollen en taken en bevoegdheden en hoe ga je die invullen? Wat doe je zelf en wat besteed je uit? Kortom: maak een plan en ga niet zomaar aan de slag. Dat voorkomt in ieder geval teleurstellingen en leidt waarschijnlijk tot gerichte resultaten. En áls je dan besluit te gaan BIM’en, doe het dan voordat je begint met bouwen. Profiteer optimaal van de kansen die het werken met BIM biedt. Wanneer ontwerp/BIM en realisatie door elkaar heen lopen ontstaat er chaos en maakt BIM het project alleen maar onnodig duurder en veroorzaakt het veel frustraties. Dus: BIM’t voordat je begint, maar bezint voor je BIM’t…